Wat het betekent om in een dictatuur te leven is voor Nederlandse jongeren moeilijk voor te stellen. De gastlessen van Zeitzeugen van de DDR, die het Duitsland Instituut aanbiedt aan Nederlandse middelbare scholen, moeten die geschiedenis invoelbaar maken. Na afloop schreven de leerlingen een brief aan hun gast. Uit deze brieven heeft een jury twee brieven gekozen die bijzondere indruk maakten.
Hieronder de brief van Joëlle Bouwman
En de brief van Marleen Doré:
Delft, 19 november 2015
Geachte heer Planitzer,
Maar wat is nou die heilstaat, als er muren omheen staan? Als je bang en voorzichtig met je mening moet omgaan? Met dit stukje Hollandse trots uit de jaren ’80 begon uw gastles. Ik denk dat ik voor heel mijn klas kan spreken als ik beken dat ik dacht: daar gaan we weer. In feite denk ik dat ik zelfs voor elke Nederlandse middelbare scholier spreek als ik zeg dat ik dit nummer niet meer aan kan horen. ‚Harrie Jekkers kan in een les over de Duitse deling niet meer ontbreken,‘ zal de collectieve mening onder de geschiedenisleraren wel zijn. En dus luisteren we Over de muur, jaar in jaar uit, maar horen we door de Haagse molestatie van het lied heen wel echt waar de tekst over gaat?
Het type collectieve mening in Oost-Duitsland toentertijd was namelijk wel andere koek dan de muzieksmaak van de Nederlandse leraren nu. Wat u vertelde over de censuur in Oost-Duitsland, en het constant op je woorden moeten letten trok mijn aandacht. Ik ben ontzettend geïnteresseerd in groepsdynamiek, vandaar dat ik voor mijn profielwerkstuk heb gekozen voor groepsdruk in christelijke sekten. Ik onderzoek in hoeverre een mening van de massa invloed kan hebben op de mening en gedachtegang van een individu, en de rol van sekteleiders hierin. Nooit had ik de link gelegd met Oost-Duitsland. Waarom zou ik? Wat heeft dat land te maken met het principe van indoctrinatie? Dit was wat ik dacht, totdat ik uw verhaal hoorde. De manier waarop u vertelde over de mening die alle Oost-Duitsers werd ingeboord, en hoe niemand eigenlijk recht heeft op een eigen mening is een opvallende overeenkomst met mijn onderzoek. Uiteraard wist ik wel het een en ander over het communisme, maar dat dit psychologische spelletje zo diep ging was nieuw voor mij.
Kenmerkend in de wereld van sekten is het voor een deel afnemen van iemands identiteit. Dit is het streven van sekteleiders, want zeg nou zelf: is het niet veel makkelijker om een kudde makke schapen voort te leiden dan een groep waarvan de mensen stuk voor stuk persoonlijke eisen en eigen theorieën hebben? Hoe meer eenduidige meningen, hoe makkelijker het is om de orde te bewaren en op die manier macht te krijgen over mensen. Sommigen zullen dit een scheve vergelijking vinden, maar ook hierin zie ik een parallel: het afnemen van de denkwijze van individuen en het daarvoor in de plaats komen van een algemene denkwijze. Dit is exact wat er tijdens de deling aan de hand was in Oost-Duitsland.
Gedurende de lezing kwam ik erachter dat er nog veel meer dingen waren die ik niet wist over het leven in Oost-Duitsland. Armoede, kou, weinig westerse media en reclameborden van economische grootmachten zoals Coca Cola zijn nergens te bekennen; ik denk dat de meesten in mijn klas wel een dergelijk beeld hadden van hoe het daar was. Een kloppend, maar ontzettend stereotyperend beeld, en in alle eerlijkheid moet ik ook zeggen dat ik nooit de moeite heb genomen voorbij dit stereotype te denken. Dankzij u heb ik ontdekt dat er nog veel meer aan de hand was. Het feit dat iedereen – volgens het Oost-Duitse denken – iets ‚verschuldigd‘ is aan de staat, bijvoorbeeld, is iets dat ik nooit heb geweten. Dat u drie jaar voor de Stasi heeft moeten werken voordat u aan uw studie kon beginnen, enkel en alleen omdat de staat dat van u wil, is iets wat ik moeilijk voor te stellen vind. En dat het vooruitzicht van studeren dan in één klap wordt weggenomen, alleen maar vanwege het schrijven van brieven naar het Westen, vind ik ronduit absurd.
Te bedenken dat dit tijdperk pas zesentwintig jaar geleden tot een einde is gekomen vind ik al helemaal onvoorstelbaar. Zo kort geleden, en zoveel is er veranderd. Het heeft me zeker wel aan het denken gezet, voornamelijk over hoe het zou zijn als wij in Nederland nu in een situatie zouden zitten waarin we onze mening niet zomaar konden uiten. Zeker omdat we in Nederland de ultieme vorm van vrijheid gewend zijn – de vrijheid van meningsuiting. Ik weet niet wat ik zou doen als dat recht van mij afgenomen zou worden.
Ik wil u hartelijk bedanken voor het delen van uw verhaal. Een verhaal horen van iemand die datgene daadwerkelijk zelf heeft meegemaakt brengt toch weer een nieuw perspectief aan de verhalen uit de boeken. We hebben misschien andere problemen in de hedendaagse samenleving, maar we hebben tenminste onze vrijheid nog, en uw verhaal heeft mij eraan herinnerd daar dankbaar voor te zijn.
Groeten,
Joëlle Bouwman
Geachte mevrouw Abitzsch,
Mijn naam is Marleen Doré, één van de leerlingen in de zesde klas van het vwo op ORS Lek en Linge, waar u vrijdag 13 november jongstleden een gastlezing heeft gegeven. Bij deze wil ik u bedanken voor de lezing over uw persoonlijke verhalen en herinneringen aan uw jeugd in de DDR. De lezing maakte mij, en met mij veel andere leerlingen, bewust dat de geschiedenis niet achter ons in de boeken ligt, maar nog dagelijks zijn invloedrijke sporen laat zien.
Natuurlijk speelt het besef dat de verhalen in onze geschiedenisboeken niet heel lang geleden afspeelden al langer. We kunnen praten met onze opa’s en oma’s over de Tweede Wereldoorlog, en onze ouders kunnen ons ook vertellen over de protesten tegen de atoombommen waaraan zij deelnamen. Maar onze levens worden niet dagelijks beïnvloed door de oorlog die onze grootouders hebben meegemaakt, of de demonstraties waarbij onze vaders en moeders meeliepen. En uit uw lezing bleek dat de gebeurtenissen die nu in onze geschiedenisboeken staan, uw leven en het leven van uw ouders heeft gevormd. Voor u was de val van de muur geen verplichte leerstof, maar de realiteit. Dat wij, leerlingen van 6 vwo, dit niet doorhadden, bleek uit een vraag die werd gesteld. U vertelde ons over de tweede generatie en hoe deze generatie vaak onder de loep wordt genomen door wetenschappers en psyschologen. Een leerling vroeg u naar de derde generatie, en zij vroeg hoe deze groep keek naar de Duitse maatschappij, waarop u antwoordde dat uw zoontje nog maar net twee was. De derde generatie bestaat dus nog helemaal niet, en daar hadden we niet eens aan gedacht. Het feit dat deze geschiedenis nog onvoltooid is, werd hierdoor nog eens extra benadrukt.
Wat we allemaal nog niet wisten, was dat de dag dat u de lezing hield een dag werd die we nooit gaan vergeten. 13 november 2015 gaat de geschiedenisboeken in voor de volgende generaties. Het is moeilijk te beseffen dat hetgeen wij nu meemaken ook onze levens zal gaan vormen, op welke manier dan ook. De actualiteit wordt geschiedenis, maar alleen voor de mensen die het niet bewust hebben meegemaakt. Voor u zal de val van de muur en de gevolgen hiervan nooit een verhaal worden uit een geschiedenisboek, en voor ons zullen de verschrikkelijke aanslagen in Parijs op die dag ook nooit verplichte leerstof worden of simpelweg een anekdote.
Nogmaals bedankt voor het delen van uw verhaal. Misschien sta ik, of een van mijn klasgenoten, over twintig jaar ook voor een klas met leerlingen die tot dat moment nog niet beseffen dat de gebeurtenissen om hen heen de geschiedenisboeken van de toekomstige generaties gaan vullen.
Met vriendelijke groeten,
Marleen Doré